MBO Gespecialiseerd pedagogisch medewerker
1 Welkom!
Welkom bij de proefles van de opleiding MBO Gespecialiseerd pedagogisch medewerker. Door het doen van deze proefles krijg je meer inzicht in wat je kunt verwachten van het studeren bij NTI. Wij vinden het belangrijk dat jij een weloverwogen studiekeuze maakt. In deze proefles duik je in de lesstof en zie je hoe het lesmateriaal eruitziet. Natuurlijk kunnen we in deze proefles maar een heel klein gedeelte van de lesstof behandelen, we hopen dan ook dat dit onderwerp je aanspreekt ;-). Tijdens het doornemen van de lesstof kun je jouw kennis gelijk testen met de meerkeuzevragen!
Succes met de proefles!
2 Proefles: MBO Gespecialiseerd pedagogisch medewerker
Inleiding
Met deze proefles krijg je een indruk van de mbo-opleiding Gespecialiseerd pedagogisch medewerker. Je krijgt inzicht in de lesstof. Tijdens het lezen van de lesstof kun je jezelf testen door vragen te beantwoorden.
Gedragsproblemen
Inleiding
Gedragsproblemen nemen toe. Kinderen laten met hun gedrag zien hoe zij zich voelen, wat zij vinden, wat zij willen bereiken en hoe zij zijn. Als je goed op hun gedrag let, kun je dus veel over hen te weten komen. Je kunt dan ook beter op hen reageren. Bij kinderen die problemen hebben, zie je dat aan hun afwijkende gedrag. Het gedrag wijkt af van hoe andere kinderen zich in dezelfde situatie gedragen, of het wijkt af van wat wij normaal gedrag vinden. Dit thema gaat over kinderen met gedragsproblemen. We gaan in op gedrag en probleemgedrag. We bespreken verschillende lichtere vormen van gedragsproblemen, hoe je ze signaleert en hoe je kunt handelen bij deze gedragsproblemen. In het laatste deel gaan we in op zwaardere gedragsproblemen: angststoornissen, oppositioneel opstandig gedrag en antisociaal gedrag.
Gedrag
Gedrag is een veelomvattend begrip. Gedrag komt voort uit alles wat we denken, voelen, waarnemen, kunnen en vinden. Daarover lees je in het boek Cliënt en Omgeving. We herhalen kort de definitie van gedrag, noemen een aantal aspecten en de factoren die er invloed op hebben.
Definitie gedrag
Is de wijze waarop iemand reageert op de omgeving, handelt of zich uit. Dit is onder te verdelen in drie aspecten:1. motorisch, 2. cognitief en 3. sociaal-affectief. Gedrag wordt beïnvloed door drie gedragsdeterminanten (bepalende factoren): 1. psychosociale factoren, 2. aanlegfactoren en 3. organische factoren.
Gedrag is alles wat mensen doen of juist niet doen. Dat laatste klinkt misschien vreemd, maar ook door iets niet te doen, druk je uit wat je denkt, vindt of voelt. Denk maar aan een kind dat stil in een hoekje gaat zitten omdat het boos is. Misschien zie je op het eersteoog weinig aan dat kind. Maar als je het wat langer kent, weet je wel of dit voor het kind normaal gedrag is of niet.
Wat is geen gedragsprobleem?
Gedragsaspecten
In de ontwikkelingspsychologie wordt gedrag uit elkaar gehaald in een motorisch, cognitief en sociaal-affectief aspect.
Het motorische aspect gaat over grofmotorische vaardigheden als lopen, springen, klauteren en fijnmotorische vaardigheden als knippen, puzzelen en tekenen.
Het cognitieve aspect heeft betrekking op kennis, inzicht, geheugen, waarneming en concentratie. Sociaalaffectieve aspecten gaan over de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Sociale aspecten hebben betrekking op hoe een kind omgaat met anderen, spelgedrag en seksueel gedrag. Bij affectief gedrag gaat het om gevoelens. Wat voelt het kind naar anderen toe en hoe reageert het emotioneel op anderen, heeft het vertrouwen, voelt het zich veilig, enzovoort.
Deze ontwikkelingspsychologische aspecten zijn wel van elkaar te onderscheiden maar niet te scheiden. Ze hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar. Wat een kind meemaakt, heeft invloed op het gedrag. Het heeft bij een gebeurtenis gevoelens en gedachten en die beïnvloeden weer het gedrag.
Dalisha ziet een spin. Ze is nieuwsgierig en bestudeert hem nauwkeurig (gedachten). Plotseling begint de spin in haar richting te bewegen. Ze deinst achteruit (handelen). Blijkbaar roept de beweging schrikreacties bij haar op (emotie). Fien stelt haar gerust: 'De spin is zijn web aan het maken. Zie je hoe knap hij dat doet?' Dalisha kijkt het even aan en denkt erover na; is er gevaar of niet (gedachten). Ze besluit dat dat wel mee valt (gedachten) en gaat weer dichter bij de spin staan (handelen). De gedachten van Dalisha hebben haar schrikreactie overwonnen.
Dit is een simpel voorbeeld maar je kunt dat ook doortrekken naar ingewikkeldere situaties. Denk maar aan de reacties in de samenleving op discriminerende uitlatingen van politici of andere toonaangevende mensen. Op internet en in gesprekken zie je dan ook alle aspecten elkaar afwisselen en beïnvloeden: emoties, gedachten en handelen /gedrag. Gebeurtenissen kunnen erdoor escaleren of gesust worden. Hoe toonaangevende personen en andere politici op dat moment reageren, is daarbij van groot belang. Als het goed is, reageren zij op alle drie de aspecten:
- ze respecteren de gevoelens die mensen hebben;
- ze proberen de gedachten in positieve zin om te buigen;
- zen ze stellen grenzen aan het gedrag.
Jouw interventies in het gedrag van kinderen zijn ook gericht op deze drie aspecten: wat voelt, denkt en doet het kind, hoe reageer je daarop en stel je grenzen.
Drie gedragsdeterminanten
De gebeurtenissen in het leven van een kind hebben invloed op zijn gedrag. De invloed op het gedrag kun je in verschillende factoren uit elkaar halen: de gedragsdeterminanten.
- Psychosociale factoren: opvoeding, gezinsfactoren, vrienden en relaties, omgevingsfactoren, ervaringen en emoties
- Aanlegfactoren: erfelijkheid, persoonlijkheid en temperament
- Organische factoren: lichamelijke factoren, biochemische en hormonale factoren
Ook hier zijn jouw interventies in de opvoeding op gericht. Op sommige determinanten heb je uiteraard minder invloed dan op andere. Ook is het zo dat gedrag dat een kind zich eenmaal aangeleerd heeft, moeilijk te veranderen is. Maar een pedagogisch medewerker heeft in ieder geval de gelegenheid om samen met de ouders gedragsproblemen van een kind positief te beïnvloeden. Daar komen we later nog op terug.
Probleemgedrag
In deze paragraaf is gebruik gemaakt van het boek van J.D. van der Ploeg; 'Gedragsproblemen; ontwikkelingen en risico's'. Van hem komt ook de volgende definitie van probleemgedrag. Deze is voor de lichtere vormen van probleemgedrag goed te hanteren.
Definitie probleemgedrag
We spreken van probleemgedrag als ouders, leerkrachten en andere personen dit gedrag beschouwen als strijdig met de door hen en de samenleving gehanteerde normen en regels en/of wanneer deskundigen dit gedrag als problematisch beoordelen op basis van valide kenmerken inzake psychisch (on)gezond gedrag.
In het eerste deel van deze omschrijving wordt probleemgedrag gerelateerd aan de normen en waarden, terwijl in het tweede deel wordt verwezen naar de feitelijke en inhoudelijke kennis met betrekking tot probleemgedrag.
Welke uitspraak over gedrag is juist?
Geïnternaliseerd en geëxternaliseerd probleemgedrag
De gedragingen die we als probleemgedrag zien, kunnen in twee hoofdgroepen onderscheiden worden:
1. Geïnternaliseerd probleemgedrag: naar binnen gericht, in de psyche
2. Geëxternaliseerd probleemgedrag: naar buiten gericht, conflicten met de omgeving
Geïnternaliseerde problemen hebben te maken met gedrag als teruggetrokken gedrag, angstig/depressief gedrag en lichamelijke problemen. Voor deze problemen is geen duidelijke medische oorzaak gevonden. Geëxternaliseerd gedrag heeft te maken met gedrag als ongehoorzaamheid, hyperactiviteit en agressief gedrag. Meisjes met probleemgedrag vertonen meestal naar binnen gekeerd gedrag en jongens naar buiten gekeerd gedrag.
Dit verschil tussen jongens en meisjes valt al op in het derde jaar. Bij geïnternaliseerde problemen is meestal sprake van cognitieve problemen, regressieve problemen (terugvallen in een eerder ontwikkelingsstadium) angst en isolement. Bij geëxternaliseerde problemen is meestal sprake van conflicten met de ouders, vechten met andere kinderen (plagen en dergelijke) en predelinquent gedrag (nog net niet strafbaar gedrag).
Geeëxternaliseerd gedrag neemt in de loop van de jaren toe. Geïnternaliseerd gedrag neemt af. Predelinquent gedrag kan het beste aangepakt worden vanaf 10 jaar. Alle andere problemen kunnen het beste vóór het 6e jaar aangepakt worden.
Dit is het einde van het lesstof-gedeelte van de proefles. Hopelijk heb je hiermee een goed beeld gekregen van het lesmateriaal van de opleiding. Naast de literatuur studeer je bij NTI ook met allerlei online studietools. Wil je hier meer over weten? Scroll dan snel verder naar "Studeren bij NTI"!
3 Studeren bij NTI
FlexibelStuderen® doe je bij NTI
Ben jij een vroege vogel, of duik jij liever ‘s avonds laat de boeken in? Met de flexibele opleidingen van NTI kan iedereen, overal studeren. Je kiest zelf je startmoment en bepaalt je eigen tempo. Je krijgt les van topdocenten en wordt tijdens je opleiding begeleid door een mentor. Met jouw online leeromgeving en échte studieboeken studeer je op jouw manier. FlexibelStuderen® doe je bij NTI.
Studietools
Bij NTI gebruik je, afhankelijk van je opleiding, verschillende studietools. Zo ga je aan de slag in de online leeromgeving, gebruik je jouw Mijn NTI en werk je met studieboeken.
Demo online leeromgeving
De online leeromgeving is beschikbaar waar en wanneer je wilt en geeft jou alle benodigde tools tijdens jouw studie. Om een indruk te krijgen van de online leeromgeving kun je een gratis demo volgen. Hier leggen we overzichtelijk uit welke handige hulpmiddelen er tijdens het studeren voor jou klaar staan.
Ben je benieuwd hoe onze online leeromgeving eruit ziet?
Neem een kijkje in de gratis demo
Daarom FlexibelStuderen®:
- Erkende opleidingen, bekende naam
- Studeren met veel persoonlijk contact
- Voordelig studeren, transparant over kosten
- Studeren op jouw moment en jouw manier
- Overal studeren met onze online leeromgeving
- Persoonlijke begeleiding door mentoren en ervaren docenten
- Werkgevers zijn snel overtuigd
Wij zijn trots op onze studenten
Studenten van NTI zijn geen doorsnee studenten. Ze volgen een studie naast hun volle leven; hun baan, gezin, hobby’s en vrienden. Ze bepalen hun eigen weg, gaan ook buiten de gebaande paden en studeren op de raarste momenten en vreemdste plekken. Het zijn doorzetters, vol motivatie. Omdat ze hun droom volgen, stappen zetten, de regie in eigen hand nemen. Ze mogen trots op zichzelf zijn. Wij zijn het in ieder geval.
Wat is jouw volgende stap?
We denken graag verder met je mee! Het starten van een studie is spannend en roept misschien nog wel meer vragen op. Maar wist je dat iets nieuws leren ook bijdraagt aan je levensgeluk? Je verder ontwikkelen is bovendien goed voor je zelfvertrouwen en je hebt natuurlijk aan de eettafel weer iets te vertellen ;-)
Klaar om te beginnen?
Heb je na het doen van deze proefles nog vragen? Of zijn er dingen waar je over twijfelt? Onze studieadviseurs geven je geheel vrijblijvend een persoonlijk studieadvies en beantwoorden al je vragen.
5 Ervaringen
Wat vinden onze eigen studenten van hun opleiding?
Bij NTI streven we naar kwalitatief goed onderwijs dat voor iedereen bereikbaar is. En wie kan dit beter beoordelen dan onze eigen studenten?
Chantal, 47 jaar
"Dit is mijn 2de studie bij de NTI en ik ben nog steeds enthousiast! Er is veel verbeterd vergeleken met mijn eerste studie en het is heel duidelijk wat je wanneer moet doen. Verder heb je veel vrijheid om zelf je tempo te bepalen en is de leerstof duidelijk aangegeven in de meeste boeken. Ik kan studeren bij de NTI van harte aanbevelen!"
Rick
"Prima opleiding! Het niveau is niet te moeilijk, je kunt er lekker snel doorheen werken. Ik vind de stages die erbij horen erg leuk.. zo leer je direct in de praktijk. Over het NTI zelf, ik zou ze zeker aanraden. Contact verloopt netjes en snel, bij vragen regelen ze vrijwel direct alles voor je. Top!"
Irene
"Een goede ervaring over het algemeen. Het thuis studeren bevalt me erg goed en ik vind het prettig dat ik de vrijheid heb om mijn studie zo in te delen zoals het voor mij goed uitkomt."
Sabine