Duits voor beginners
1 Welkom!
Welkom bij de proefles van de opleiding Duits voor beginners. Door het doen van deze proefles krijg je meer inzicht in wat je kunt verwachten van het studeren bij NTI. Wij vinden het belangrijk dat jij een weloverwogen studiekeuze maakt. In deze proefles duik je in de lesstof en zie je hoe het lesmateriaal eruitziet. Natuurlijk kunnen we in deze proefles maar een heel klein gedeelte van de lesstof behandelen, we hopen dan ook dat dit onderwerp je aanspreekt ;-). Tijdens het doornemen van de lesstof kun je jouw kennis gelijk testen met de meerkeuzevragen!
Succes met de proefles!
2 Proefles: Duits voor beginners
Inleiding
Leer je eerste woorden Duits spreken en lezen!
Met deze proefles krijg je een indruk van de taalcursus Duits voor beginners van NTI. Je krijgt inzicht in de lesstof. Tijdens het lezen van de lesstof kun je jezelf testen door vragen te beantwoorden.
Dit is les 1 van de taalcursus Duits voor beginners.
We beginnen met enkele Nederlandse woorden.
vader |
hond |
kamer |
slaap |
moeder |
paard |
bed |
zorg |
dochter |
vogel |
raam |
angst |
bakker |
haring |
lamp |
vermoeden |
Deze woorden geven een zelfstandigheid aan, omdat ze een zelfstandige betekenis hebben. Het zijn woorden die de naam aanduiden van iets wat een zelfstandige betekenis heeft, dus de namen van mensen, dieren, dingen of toestanden. Dergelijke woorden noemen we daarom zelfstandige naamwoorden.
Dan nu een paar Duitse woorden
Tisch |
Lampe |
Schlafzimmer |
Wecker |
Mutter |
Zimmer |
Vater |
Tochter |
Bett |
Garten |
Gardine |
Fenster |
Deze woorden zijn zelfstandige naamwoorden. In het Duits schrijven we zelfstandige naamwoorden altijd met een hoofdletter.
Van verschillende woorden zult u de betekenis wel begrepen hebben. Deze woorden komen nu nog eens, maar deze keer met de Nederlandse betekenis erbij.
Zegt u de Duitse woorden na.
Tisch |
… |
tafel |
Tochter |
… |
dochter |
Wecker |
… |
wekker |
Gardine |
… |
gordijn |
Vater |
… |
vader |
Schlafzimmer |
… |
slaapkamer |
Garten |
… |
tuin |
Zimmer |
… |
kamer |
Lampe |
… |
lamp |
Bett |
… |
bed |
Mutter |
… |
moeder |
Fenster |
… |
raam |
In het Nederlands kennen we alleen zelfstandige naamwoorden zonder meer. In het Duits worden de zelfstandige naamwoorden onderscheiden in
Mannelijke zelfstandige naamwoorden,
Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden en
Onzijdige zelfstandige naamwoorden.
Een zelfstandig naamwoord is altijd te herkennen omdat we er ‘de’ of ‘het’ of ‘een’ vóór kunnen zetten:
Ik zie de bakker.
Daar loopt een paard.
Ik leg een deken op het bed
Wat een angst heb ik gehad.
De woorden ‘de’, ‘het’ en ‘een’ noemen we lidwoorden: dit zijn tevens de enige lidwoorden die we in het Nederlands kennen.
Als we zeggen: Daar staat de stoel.
Ik zie het paard.
Dan geven we de woorden ‘de’ en ‘het’ aan, dat we een bepaalde stoel en een bepaald paard bedoelen.
Daarom zeggen we:
DE en HET zijn bepaalde lidwoorden.
EEN is een onbepaald lidwoord.
In het Duits zijn de bepaalde lidwoorden verschillend voor de mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden.
Voor mannelijke zelfstandige naamwoorden gebruiken we: der (deer).
Zegt u het eens na:
der |
… |
der |
der Vater |
Voor vrouwelijke zelfstandige naamwoorden gebruiken we: die (die:).
Zegt u het eens na:
die |
… |
die |
die Mutter |
Voor onzijdige zelfstandige naamwoorden gebruiken we: das (das).
Zegt u het eens na:
das |
… |
das |
das Fenster |
Om het u gemakkelijk te maken, zullen we in het vervolg bij alle nieuwe woorden steeds direct het goede lidwoord, dus der of die of das, erbij leren.
Zegt u de volgende mannelijke zelfstandige naamwoorden en het lidwoord dat erbij hoort, in het Duits na.
de tafel |
… |
der Tisch |
… |
der Tisch |
de wekker |
… |
der Wecker |
… |
der Wecker |
de vader |
… |
der Vater |
… |
der Vater |
de tuin |
… |
der Garten |
… |
der Garten |
Nu komen enkele vrouwelijke zelfstandige naamwoorden met hun lidwoord. Zegt u die ook eens na.
de lamp |
… |
die Lampe |
… |
die Lampe |
de moeder |
… |
die Mutter |
… |
die Mutter |
de dochter |
… |
die Tochter |
… |
die Tochter |
het gordijn |
… |
die Gardine |
… |
die Gardine |
Ten slotte enkele onzijdige zelfstandige naamwoorden met hun lidwoord. Zegt u de Duitse woorden weer na.
de slaapkamer |
… |
das Schlafzimmer |
… |
das Schlafzimmer |
de kamer |
… |
das Zimmer |
… |
das Zimmer |
We gaan nu de mannelijke zelfstandige naamwoorden zelf oefenen. Even een voorbeeld:
Eerst komt: de tafel
Dan zegt u: der Tisch
(deer tiesj)
Daarna volgt ter controle: der Tisch
(deer tiesj)
Nu de proef op de som:
de tuin |
… |
der Garten |
de vader |
… |
der Vater |
Nu gaan we deze mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden door elkaar oefenen op dezelfde manier. Daar gaan we:
de tafel |
… |
der Tisch |
de lamp |
… |
die Lampe |
de kamer |
… |
das Zimmer |
de moeder |
… |
die Mutter |
de vader |
… |
der Vater |
het raam |
… |
das Fenster |
de tuin |
… |
der Garten |
de dochter |
… |
die Tochter |
de slaapkamer |
… |
das Schlafzimmer |
de wekker |
… |
der Wecker |
het bed |
… |
das Bett |
Het Nederlandse woord ‘een’, zoals bijvoorbeeld in ‘een tafel’, is het in het Duits bij mannelijke zelfstandige naamwoorden: ein (ain). Zegt u het eens na.
ein |
… |
ein |
… |
ein Garten |
… |
ein Garten |
Bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden: eine (aine). Zegt u dit ook eens na.
eine |
… |
eine |
… |
eine Lampe |
… |
eine Lampe |
Bij onzijdige zelfstandige naamwoorden: ein (ain). Zegt u maar na.
ein |
… |
ein |
… |
ein Fenster |
… |
ein Fenster |
Het Nederlandse ‘hier is’ wordt in het Duits weergegeven door hier ist (hier iest). Zegt u het eens na:
hier ist |
… |
hier ist |
… |
hier ist |
We gaan dit toepassen met die woorden, die we nu al kennen. Even een voorbeeld:
Eerst komt: Hier is een raam.
Dan zegt u: Hier ist ein Fenster.
(hier iest ain fenster)
Daarna komt ter controle: Hier ist ein Fenster.
(hier iest ain fenster)
Daar gaan we:
Hier is een bed. |
… |
Hier ist ein Bett. |
Hier is een kamer. |
… |
Hier ist ein Zimmer. |
Hier is een gordijn. |
… |
Hier ist eine Gardine. |
Hier is een slaapkamer |
… |
Hier ist ein Schlafzimmer. |
Hier is de lamp. |
… |
Hier ist die Lampe. |
Het Nederlandse woord ‘zijn’, zoals in ‘zijn wekker’, is in het Duits bij mannelijke zelfstandige naamwoorden: sein (zain). Zegt u het eens na.
sein |
… |
sein |
… |
sein Garten |
… |
sein Garten |
Bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden: seine (zaine). Zegt u ook dit na.
seine |
… |
seine |
… |
seine Lampe |
… |
seine Lampe |
Bij onzijdige zelfstandige naamwoorden: sein (zain). Zegt u maar na.
sein |
… |
sein |
… |
sein Fenster |
… |
sein Fenster |
Nu een oefening met deze woorden. Begint u maar:
Hier is zijn lamp. |
… |
Hier ist seine Lampe |
Hier is zijn tuin. |
… |
Hier ist sein Garten. |
Hier is zijn dochter. |
… |
Hier ist seine Tochter. |
Hier is zijn wekker. |
… |
Hier ist sein Wecker. |
Hier is zijn slaapkamer. |
… |
Hier ist sein Schlafzimmer. |
Het Nederlandse ‘daar is’, bedoeld als tegenstelling tot ‘hier is’, wordt in het Duits weergegeven met dort ist (dort iest). Zegt u maar na.
dort ist |
… |
dort ist |
… |
dort ist |
Het Nederlandse en is in het Duits und (oent). Zegt u het eens na.
und |
… |
und |
… |
und |
We gaan dit weer toepassen. U weet hoe het gaat.
Hier is een tuin en daar is een kamer. |
… |
Hier ist ein Garten und dort ist ein Zimmer. |
Hier is zijn vader en daar is zijn dochter. |
… |
Hier ist sein Vater und dort ist seine Tochter. |
Hier is zijn tafel en daar is zijn wekker. |
… |
Hier ist sein Tisch und dort ist sein Wecker. |
Hier is een bed en daar is zijn lamp. |
… |
Hier ist ein Bett und dort ist seine Lampe. |
Voor het Nederlandse ‘het is’ zeggen we in het Duits es ist (es iest). Zegt u het even na.
es ist |
… |
es ist |
… |
es ist |
Even een paar voorbeelden. Als u aan de puntjes toe bent, weer nazeggen:
Het is zijn kamer. |
Es ist sein Zimmer. |
… |
Es ist sein Zimmer. |
Het is zijn dochter. |
Es ist seine Tochter. |
… |
Es ist seine Tochter. |
We gaan dit oefenen.
Eerst komt de Nederlandse zin: Het is zijn moeder.
Dan zegt u: Es ist seine Mutter.
(es iest zaine moeter)
En daarna volgt ter controle: Es ist seine Mutter.
(es iest zaine moeter)
Daar gaan we:
Het is een kamer. |
… |
Es ist ein Zimmer. |
Het is zijn lamp. |
… |
Es ist seine Lampe. |
Het is de wekker. |
… |
Es ist der Wecker. |
Het is het raam. |
… |
Es ist das Fenster. |
Het is een gordijn. |
… |
Es ist eine Gardine. |
Het is zijn dochter. |
… |
Es ist seine Tochter. |
Nu iets heel anders, waarop we later nog zullen terugkomen.
‘in de kamer’ is in het Duits im Zimmer.
‘in de tuin’ is in het Duits im Garten.
‘in bed’ is in het Duits im Bett.
Het Nederlandse ‘hij’ is in het Duits: er (eer). Zegt u het eens na.
er |
… |
er |
… |
er |
Het Nederlandse ‘zij’ is in het Duits: sie (zie:). Zegt u het eens na.
sie |
… |
sie |
… |
sie |
Nu een oefening hierover. Zegt u de Duitse zinnen hardop na.
Hij is in de tuin. |
Er ist im Garten. |
… |
Er ist im Garten. |
Zij is in de slaapkamer. |
Sie ist im Schlafzimmer. |
… |
Sie ist im Schlafzimmer. |
Hij is in de kamer. |
Er ist im Zimmer. |
… |
Er ist im Zimmer. |
Zij is in bed. |
Sie ist im Bett. |
… |
Sie ist im Bett. |
We gaan dit op de bekende manier toepassen. Begint u maar.
Hij is in de tuin. |
… |
Er ist im Garten. |
Zij is in de kamer. |
… |
Sie ist im Zimmer. |
Hij is in bed. |
… |
Er ist im Bett. |
Zij is in de slaapkamer. |
… |
Sie ist im Schlafzimmer. |
We gaan nu er en sie toepassen met een aantal Duitse werkwoorden.
hij maakt open |
… |
er macht auf |
… |
er macht auf |
hij werkt |
… |
er arbeitet |
… |
er arbeitet |
zij staat |
… |
sie steht |
… |
sie steht |
hij ziet |
… |
er sieht |
… |
er sieht |
zij staat op |
… |
sie steht auf |
… |
sie steht auf |
hij wordt wakker |
… |
er erwacht |
… |
er erwacht |
hij loopt af |
… |
er klingelt |
… |
er klingelt |
Nu doen we het weer helemaal zelf:
Peter wordt wakker. |
… |
Peter erwacht. |
Christel staat op. |
… |
Christel steht auf. |
Hij werkt in de kamer. |
… |
Er arbeitet im Zimmer. |
Hij ziet Christel. |
… |
Er sieht Christel. |
De wekker loopt af. |
… |
Der Wecker klingelt. |
Zij maakt open. |
… |
Sie macht auf. |
Erzählung
De samenvatting van deze les is de toepassing van wat we geleerd hebben. Nu kunt u gaan beseffen, wat u intussen al hebt geleerd. Merkt u wel, dat u al heel wat kunt verstaan, begrijpen en zeggen in het Duits? U weet nu wel, wanneer van u wordt verwacht de zin in het Duits te zeggen. Hier komt ons ‘verhaal’. We maken kennis met Peter, zijn zusje Christel en hun vader en moeder: de familie Schwarz.
Begint u maar.
Hier is een kamer. |
… |
Hier ist ein Zimmer. |
Het is een slaapkamer. |
… |
Es ist ein Schlafzimmer. |
Hier staat een bed en daar staat een tafel. |
… |
Hier steht ein Bett und dort steht ein Tisch. |
In de kamer is een lamp. |
… |
Im Zimmer ist eine Lampe. |
Peter is in bed. |
… |
Peter ist im Bett. |
Zijn wekker loopt af. |
… |
Sein Wecker klingelt. |
Peter wordt wakker en staat op. |
… |
Peter erwacht und steht auf. |
Hij maakt het raam open. |
… |
Er macht das Fenster auf. |
De moeder staat in de tuin. |
… |
Die Mutter steht im Garten. |
Christel is in de kamer. |
… |
Christel ist im Zimmer. |
In de leesoefening, die straks volgt, komen enkele nieuwe woorden voor, die we in de les niet gehad hebben. Zegt u de Duitse woorden na, zodat ze u straks vertrouwd voorkomen.
bij het raam |
… |
am Fenster |
… |
am Fenster |
ook |
… |
auch |
… |
auch |
De zuster van Peter. |
… |
Peters Schwester |
… |
Peters Schwester |
Het is zeven uur. |
… |
Es ist sieben Uhr. |
… |
Es ist sieben Uhr. |
Dit is het einde van het lesstof-gedeelte van de proefles. Hopelijk heb je hiermee een goed beeld gekregen van het lesmateriaal van de opleiding. Naast de literatuur studeer je bij NTI ook met allerlei online studietools. Wil je hier meer over weten? Scroll dan snel verder naar "Studeren bij NTI"!
3 Studeren bij NTI
FlexibelStuderen® doe je bij NTI
Ben jij een vroege vogel, of duik jij liever ‘s avonds laat de boeken in? Met de flexibele opleidingen van NTI kan iedereen, overal studeren. Je kiest zelf je startmoment en bepaalt je eigen tempo. Je krijgt les van topdocenten en wordt tijdens je opleiding begeleid door een mentor. Met jouw online leeromgeving en échte studieboeken studeer je op jouw manier. FlexibelStuderen® doe je bij NTI.
Studietools
Bij NTI gebruik je, afhankelijk van je opleiding, verschillende studietools. Zo ga je aan de slag in de online leeromgeving, gebruik je jouw Mijn NTI en werk je met studieboeken.
Demo online leeromgeving
De online leeromgeving is beschikbaar waar en wanneer je wilt en geeft jou alle benodigde tools tijdens jouw studie. Om een indruk te krijgen van de online leeromgeving kun je een gratis demo volgen. Hier leggen we overzichtelijk uit welke handige hulpmiddelen er tijdens het studeren voor jou klaar staan.
Ben je benieuwd hoe onze online leeromgeving eruit ziet?
Neem een kijkje in de gratis demo
Daarom FlexibelStuderen®:
- Erkende opleidingen, bekende naam
- Studeren met veel persoonlijk contact
- Voordelig studeren, transparant over kosten
- Studeren op jouw moment en jouw manier
- Overal studeren met onze online leeromgeving
- Persoonlijke begeleiding door mentoren en ervaren docenten
- Werkgevers zijn snel overtuigd
Wij zijn trots op onze studenten
Studenten van NTI zijn geen doorsnee studenten. Ze volgen een studie naast hun volle leven; hun baan, gezin, hobby’s en vrienden. Ze bepalen hun eigen weg, gaan ook buiten de gebaande paden en studeren op de raarste momenten en vreemdste plekken. Het zijn doorzetters, vol motivatie. Omdat ze hun droom volgen, stappen zetten, de regie in eigen hand nemen. Ze mogen trots op zichzelf zijn. Wij zijn het in ieder geval.
Wat is jouw volgende stap?
We denken graag verder met je mee! Het starten van een studie is spannend en roept misschien nog wel meer vragen op. Maar wist je dat iets nieuws leren ook bijdraagt aan je levensgeluk? Je verder ontwikkelen is bovendien goed voor je zelfvertrouwen en je hebt natuurlijk aan de eettafel weer iets te vertellen ;-)
Klaar om te beginnen?
Heb je na het doen van deze proefles nog vragen? Of zijn er dingen waar je over twijfelt? Onze studieadviseurs geven je geheel vrijblijvend een persoonlijk studieadvies en beantwoorden al je vragen.
5 Ervaringen
Wat vinden onze eigen studenten van hun opleiding?
Bij NTI streven we naar kwalitatief goed onderwijs dat voor iedereen bereikbaar is. En wie kan dit beter beoordelen dan onze eigen studenten?
Chantal, 47 jaar
"Dit is mijn 2de studie bij de NTI en ik ben nog steeds enthousiast! Er is veel verbeterd vergeleken met mijn eerste studie en het is heel duidelijk wat je wanneer moet doen. Verder heb je veel vrijheid om zelf je tempo te bepalen en is de leerstof duidelijk aangegeven in de meeste boeken. Ik kan studeren bij de NTI van harte aanbevelen!"
Rick
"Prima opleiding! Het niveau is niet te moeilijk, je kunt er lekker snel doorheen werken. Ik vind de stages die erbij horen erg leuk.. zo leer je direct in de praktijk. Over het NTI zelf, ik zou ze zeker aanraden. Contact verloopt netjes en snel, bij vragen regelen ze vrijwel direct alles voor je. Top!"
Irene
"Een goede ervaring over het algemeen. Het thuis studeren bevalt me erg goed en ik vind het prettig dat ik de vrijheid heb om mijn studie zo in te delen zoals het voor mij goed uitkomt."
Sabine